Ons hart slaat sneller in gastvrij Senegal

 

We waren gebleven in St. Louis, Senegal, waar we op 23 april waren aangekomen. Het is weer gelukt, bijna 2 maanden achterlopen in de blog. 😉 De volgende dag moesten we (ja, soms moeten we ook eens wat…) naar Dakar om ons Carnet de Passage (soort paspoort voor de auto) te laten stempelen. Dat is maar iets van 250 km, dus we reden op ons gemakje om een uur of 11 weg, samen met onze reisgenoten met wie we een deel Mauritanië hebben doorkruist, Jennifer en Daniël. Onderweg nog onder een boompje geluncht, tijd genoeg… dachten we! Want het werd een enorm drukke weg met heel veel drempels, Frank werd er gek van. En ook een aantal politiestops. De tijd ging steeds meer dringen. Toen kwamen we het megadrukke Dakar binnen waar het een heksenketel is qua rijden. Links en rechts inhalen, overal scootertjes die je gerust afsnijden, rotonde neem je gewoon links voor het gemak, rood of groen licht maakt ook niet uit. Het is rijden op de millimeter en je moet je neus er wel steeds voorsteken, anders kom je nergens. Ik kan wel ‘pas op’ blijven roepen. Maar ja, na Caïro kan Frank alles aan 😉 Op naar het douanekantoor, die dan nog wel zien te vinden. We hadden gelukkig wel gps-coördinaten, maar ja, allerlei rotondes moet je dan toch maar goed zien te nemen en soms is het ook niet duidelijk of je de hoofdweg of parallelweg moet nemen. Het was een tikkie stress, want we moesten het nog wel voor sluitingstijd zien te halen…Douanegebouw gevonden, iets na 16:00 uur, maar toen nog zien te parkeren… Ook gelukt, de jongens die de auto wilden wassen afgewimpeld en alle andere mensen die iets van je willen, rennen het gebouw in. Een drukte van jewelste! Help! Waar moesten we zijn met ons Carnet?! Gelukkig is iedereen altijd erg behulpzaam, dus degene die we lukraak aanschoten, bracht ons naar het juiste kantoortje, drie verdiepingen hoger. Kantoortje bomvol! Inmiddels na 16:30 uur, zouden we het nog redden voor 17:00 uur?! Het moest binnen 48 uur, anders zouden we alleen nog morgenochtend kunnen gaan, maar we hadden er weinig zin in om deze exercitie nogmaals te doen in al die hectiek. Uiteindelijk werden we geholpen, maar moesten we vervolgens weer naar een ander kantoortje. Gelukkig liep er iemand met ons mee, want het stikt daar van de kantoortjes, geen idee waar je moet zijn. Toen nog naar een derde kantoortje en toen was alles afgehandeld! Pfff, net voor sluitingstijd gelukt! En de man die de stempel zette, wees ons er nog op dat ons Carnet maar geldig was tot eind juli en dat als we de auto dus wilden stallen tot na die datum, wat onze bedoeling was/is, we dan moesten zorgen een nieuw Carnet te hebben met een stempel daarin totdat we weer terug in Senegal zouden komen na onze terugkeer uit Nederland. Wij hadden inmiddels al onze vlucht naar NL geboekt voor 19 juni en het was toen nog onze bedoeling dat we dan in augustus weer terug naar Dakar zouden vliegen, maar dat was dus te laat voor ons huidige Carnet, die zou dan al verlopen zijn en dat mag niet als je de auto achterlaat. Maar goed dat we daar nu achter kwamen! Echt een geluk, anders waren we daar pas op de luchthaven achter gekomen en dan hadden we een groot probleem gehad. Nu hadden we nog ruim de tijd om het nieuwe Carnet aan te vragen. Vervolgens naar een camping op zoek, die zijn er eigenlijk niet in Dakar. We hadden in IOverlander (een app met allerlei tips, zoals overnachtingsplaatsen, voor ‘overlanders’ zoals wij) wel iets gevonden waar je zou mogen kamperen, bij een soort gelegenheid voor jachten, Cercle Voile de Dakar. Het was even zoeken, maar toch gevonden. Een lekker zooitje daar, het was ook een werkplaats voor motoren en er worden ook motoren verhuurd. Maar naast de bar/restaurant waren twee plaatsen voor onze LandCruisers met nog wel uitzicht op zee, strand palmbomen. En de bar dus letterlijk om de hoek! Een topplaats! Behalve dat er geen toiletten en douches waren, die werden gerenoveerd. Erg spijtig en bijzonder onhandig. Maar we konden wel gezellig een biertje drinken met Jennifer en Daniël en er zelfs een hapje eten en slapen met het geruis van de zee, en dat voor €4,50, dus we vonden het allemaal wel prima. In de auto aan ons wasbakje ons een beetje gewassen en ondertussen waren we ook goede maatjes met de bewaker geworden, altijd handig, die ons naar een fatsoenlijke wc bracht bij kamers die er ook gehuurd kunnen worden. De volgende dag afscheid genomen van Daniël en Jennifer. Zij bleven in Dakar om visa te regelen om hun reis voort te zetten naar het zuiden, wij gingen weer terug naar St. Louis want we wilden daar het jazzfestival meemaken en we wilden het noorden van Senegal zien. Dus wij op 25 april weer richting noorden rijden. Geluncht in Thies. Daarna naar Mboro gereden, we wilden een andere weg rijden dan op de heenreis, nu meer langs zee. In Mboro is een erg fraaie camping (te koop!), Niayas. Die beviel ons zo goed dat we nog een dagje zijn gebleven. Op 27 april naar St. Louis gereden en daar het programma van het Jazzfestival bekeken en keuzes gemaakt wat we wilden gaan zien. Ook naar een paar pensions geweest omdat het ons handiger leek om tijdens het festival in St. Louis zelf te overnachten, de camping, Zebrabar, ligt er 20 km vandaan, meer dan een half uur rijden. Veel hotels en pensions zaten al vol, het is een erg populair, beroemd jazzfestival, hoewel we wel de indruk hadden dat het iets van zijn glorie had verloren. Twee nachten op camping Zebrabar gestaan en toen op 29 april naar St. Louis gereden en daar twee nachten verbleven in pension Chez Titi, een prima plek. We hadden daar gereserveerd, maar toen we aankwamen wisten ze (natuurlijk, want ze hadden niks genoteerd…) van niks en zat alles vol. We maakten nogal stennis daarover en toen besloot de vrouw die ons te woord stond (dat was niet dezelfde die de reservering had aangenomen, die liet zich niet meer zien) om haar kamer aan ons af te staan. Geen idee hoe het zat, maar ze nam wat spullen uit de kamer en ging zelf met haar kindje op een andere kamer slapen. Al haar persoonlijke spullen, inclusief ongeveer vijftig flesjes parfum en cosmetica, bleven op ‘onze’ kamer staan, ook al haar kleren (in kasten op de kamer) en nog vele andere spullen, zoals allerlei badkamerartikelen. We kregen gelukkig wel schone lakens en handdoeken. Het was een huiselijke omgeving zo met al die spulletjes om ons heen 😉 De volgende dag kregen we de kamer die we hadden gereserveerd. Er was ook een dakterras met leuk uitzicht op de rivier en de buurt, je kreeg een goed beeld van het dagelijks leven omdat je zo op de binnenplaatsen keek en daar het leven zich vooral afspeelt.Kortom, een prima verblijf! ’s Avonds een erg leuk optreden gezien in hotel La Residence, dus heel kleinschalig, van de band Jac Takeifa. We kregen wel een koloniaal gevoel erbij, want het publiek bestond alleen uit witte mensen… dat was minder. Maar de muziek was echt leuk, erg genoten. De band was super enthousiast, dat is zo leuk om te zien. Later op de avond, om 23:00 uur naar een ander concert gegaan, die op zijn Afrikaans natuurlijk meer dan een uur later begon…. Maar het was zonder meer het wachten waard! Het was een koraspeler, wij zijn dol op de kora, Ablaye Cissoko, een beroemdheid in Senegal. Maar er kwamen wel twaalf andere spelers, allemaal op een ander instrument bij, steeds, dus het werd een grote swingende bende.

Ablaye Cissoko at St Louis Jazz Festival 2018 from Frank van Doorn on Vimeo.

En hier waren wel ook locals bij aanwezig, erg leuk, vooral ook omdat sommigen van hen spontaan begonnen te dansen. Het was een concert in de buitenlucht, gratis, bij het Institut Français. Het duurde tot 03:00 uur! Het was zo super dat we niet eens hebben gegaapt 😉 Nog een cd gekocht. Later bleek helaas wel dat Frank tijdens het concert was gerold, €75 kwijt! Ook niet zo slim om dat gewoon in je broekzak (weliswaar met rits) te stoppen… Soms worden wij gewoon iets te nonchalant. De volgende dag dus aangifte gaan doen. De politieman aan de balie wilde alles weten, noteerde alles zorgvuldig, het duurde zeker een uur. Toen we zeiden dat we een bewijs van aangifte nodig hadden, zei hij doodleuk dat ze dat niet deden als het om gestolen geld ging, alleen als het om spullen ging. Ik legde uit dat we het nodig hadden voor de verzekering, maar dat veranderde niks. Toen naar zijn baas gevraagd, waarop we naar een ander kantoortje werden gebracht. Die man zat verveeld de krant te lezen en was niet van plan om in actie te komen. Hij kon ook geen bewijs verzorgen, hij ging daar niet over. Na lang aandringen kwam er een ander die het zou gaan regelen. We hebben nog minstens een uur moeten wachten. Toen riep die ons binnen, het was inmiddels 14:00 uur. Hij vroeg ons wanneer het gebeurd was. Ik zei om 03:00 uur die nacht. Hij vroeg waarom we dan niet eerder waren gekomen voor de aangifte, waarop ik hem enigszins pissig uitlegde dat we pas om 04:00 uur op bed lagen, dus pas om 11:00 uur waren opgestaan en vervolgens meteen na het ontbijt naar het politiekantoor waren gegaan, maar daar we inmiddels meer dan twee uur hadden moeten wachten het nu dan inderdaad al best laat was, maar dat wij daar dus weinig aan konden doen. Uiteindelijk maakte hij de aangifte en kregen we daarvan een bewijs. Het kost wat geduld, maar dan heb je ook wat. Ondertussen waren er bij de entree, waar een cel was, drie mannen opgesloten. Heel bijzonder, al eerder gezien in Afrika, de cel is altijd meteen bij binnenkomst. Om maar een voorbeeld te stellen? Ook was er een man, die zat niet in de cel, heel hard aan het huilen. Ook nooit eerder gezien. Gaat je dan toch meteen aan je hart, in deze maatschappij waar volgens mij iedereen het altijd erg moeilijk heeft, maar toch altijd vrolijk lacht. Dus als er dan gehuild wordt, moet het wel iets heel ergs zijn, want mensen zijn nogal goed in het omgaan met tegenspoed (dagelijks!) en ellende (ook dagelijks…). ’s Avonds zijn we naar een betaald concert gegaan, best duur, goedkoopste kaartje €15! Daar gingen we voor, de rest vonden we veel te duur. Natuurlijk weer vooral witte mensen…Te gek voor woorden. Die avond waren er drie optredens. De eerste was van een Senegalese vrouw, Awa Ly, maar die was erg Westers, woonde ook in Parijs, zong in allerlei talen (Frans, Engels, Italiaans en ook heel soms in het Wolof), maar vonden wij niet zo geweldig. Daarna kwam een band uit Ivoorkust, Paco Sery & Elephants dus Jazz, wel leuk, maar ook niet super vonden we. Dus om een uur of 23:00 uur weer weg gegaan (het begon rond 20:30 uur). Ook nog een modeshow gezien. Was ontzettend leuk, werkelijk schitterende gewaden en daar alleen locals in het publiek. De volgende dag weer teruggegaan naar camping Zebrabar. We zijn gaan uitzoeken hoe we aan een nieuw Carnet konden komen in Senegal. Die aanvraag moet in Duitsland worden gedaan en daarvoor moeten nogal wat formulieren worden ingevuld en per post worden opgestuurd, zoals ze zeiden. We hebben toch maar vriendelijk doch dringend verzocht of het toch ook per mail mocht en gelukkig was dat akkoord. Maar ja, daarvoor moesten de formulieren wel eerst geprint worden en daarna per scan worden doorgestuurd, dus dat was nog best een heisa. Maar de mevrouw van het DHL-kantoor in St. Louis was erg behulpzaam en heeft dan allemaal voor ons geregeld, gratis en voor niks. Vijf dagen later werd ons Carnet per post bezorgd op het DHL-kantoor in St. Louis (vanuit Duitsland dus). Lang leve DHL!! Ook weer geregeld. Een nieuw Carnet, geldig tot volgend jaar mei. Nu dus geen probleem meer met de auto in Senegal achter laten en zelf naar huis vliegen. Dat kan dus alleen met een geldig Carnet, die minstens geldig is tot je weer terugkomt in Senegal. We zijn dus een weekje op camping Zebrabar gebleven, vanwege het wachten op het Carnet maar het is ook een heerlijke relaxplek met veel mooie vogels, en …vervelende apen! Die er tot twee keer toe met ons stokbrood vandoor gingen, een keer zelfs uit de handen van Frank gerukt! Wel mooie aapjes. Maar erg brutaal. Zaten voortdurend te loeren of ze iets konden weg snaaien. Niet handig als je zelf eten bereidt steeds. Ondertussen was de hond van de camping, Wifi, onze grote vriend geworden. Hij was altijd bij ons en zelfs als we opstonden, lag hij al voor de achterdeur. Hij was dol op ons en wij op hem. Paar keer naar de markt in het plaatsje gelopen – Wifi liep dan ook gezellig mee – en dan wandel je dus door het natuurpark Langue de Barbarie, heel mooi. De markt had er weinig te bieden, zoals bijna overal in Senegal. Paprika’s zo groot als een pruim of nog kleiner en alleen groen en vaak verschrompeld. Meestal wel wat tomaten en uien en soms aardappels. Maar voor de rest niks. Het is echt droevig gesteld met de groenten in Senegal. Heel af en toe konden we op sommige plaatsen sperziebonen krijgen. Wat vaker ook witte kool en wortelen. Maar dat was het dan wel. Wel enorm veel mango’s, in overvloed. Mangobomen zijn hier werkelijk overal, lijkt wel onkruid. De meeste mensen kopen dus geen mango’s, maar plukken die gewoon van de bomen. Alleen in de steden worden ze goed verkocht natuurlijk. En toch zie je ook veel vrouwen overal langs de weg zitten met bergen mango’s te koop. Geen idee wie die koopt, heb ook echt nooit gezien dat ze gekocht, of gegeten! werden. Heel vreemd. Op 9 mei zijn we in oostelijke richting gaan rijden, langs de grens met Mauritanië, richting Mali. Net na de Zebrabar zijn ze zout aan het winnen (overigens zie je dat op meer plaatsen in Senegal). Onze eerste stop was in Dagana. Een erg leuk plaatsje met veel bomen en veel verkeer per paardenkoetsen, waarop vrouwen (maar natuurlijk ook mannen en kinderen) in prachtige kleurige kledij zaten, een feest voor het oog steeds. Ergens gaan zitten om dat allemaal te bekijken, leek wel een optocht. Geen camping te bekennen, dus verbleven in een pension (Le Walo). Daar was gelukkig airco, want het was opeens snikheet nu we zo in het binnenland waren. Wat een verschil met St. Louis, dat aan de kust ligt en waar het altijd best aangenaam is. Erg wennen! ’s Avonds wilden we aan de overkant wat gaan eten, dat leek een restaurant. Maar het bleek een soort afhaalrestaurant te zijn. Er was een man die erg behulpzaam was bij het bestellen en het regelen ervan. Frank had veel zin in een biertje, maar dat hadden ze (uiteraard) niet. Maar die man zei dat hij ook dat wel kon regelen, dat was een eindje verderop te koop, dan moesten we de paardenkoets-taxi nemen. Dat leek ons wel leuk, dus dat deden we. Die man ook mee en dat was maar goed ook, want we reden zeker wel 20 minuten door het pikkedonker over verlaten weggetjes en open terreinen en steegjes, maar hij wist gelukkig goed de weg. Eigenlijk een beetje unheimisch… maar we vonden het wel leuk. Toen kwamen we aan bij een woonhuis, met daarvoor een vijftal behoorlijk aangeschoten mannen die nogal vervelend deden. Wij maar gauw het huis in waar een vrouw tevoorschijn kwam die achter een hekwerk het bier haalde. Leek nogal illegaal allemaal. Maar goed, Frank had zijn biertje! Toen we weer naar buiten kwamen, wilden de dronken mannen geld van ons en werden een beetje agressief. We zijn snel op de paardenwagen gesprongen en weg gereden. We waren blij dat de man die ons bij het restaurant had geholpen er ook bij was, want het voelde niet helemaal jofel allemaal. Deze man stelde voor om het eten bij hem thuis op te eten. Dat hebben we gedaan, zijn vrouw was er ook, maar die sprak helaas bijna geen Frans en maar een beetje Engels, ze kwam uit Gambia, dus we konden jammer genoeg weinig met haar communiceren. We hebben er een gezellige avond door gebracht. Ze hadden twee kamers en we zaten in de slaapkamer van de man, de vrouw sliep in een andere kamer, omdat ze zwanger was zo vertelde de man. In die kamer lag dus alleen een matras op de vloer en voor de rest een klein kastje met rommeltjes en een paar kussens waar Frank en ik tegen konden leunen. Voor het eten werd er een tafelkleed op de grond gelegd. Het blijkt maar weer dat je eigenlijk zo weinig nodig hebt… Ze leken er volkomen tevreden mee. Toen ik hem vroeg wat hem gelukkig maakte, antwoordde hij ‘een rustige geest’. Mensen in grote huizen hebben vaak veel zorgen zei hij. En vaak hebben ze niks in het huis staan, omdat ze eigenlijk helemaal geen geld hebben volgens hem. Het is allemaal voor de buitenkant. Evenals een grote auto. Maar die mensen hadden volgens hem allemaal schulden. Hij bracht ons ook weer terug naar ons pension. Hij vond het maar vreemd dat we daar verbleven, iets verderop was een hotel voor witte mensen zei hij. Dit pension was voor locals. Ook de volgende ochtend bleek dat, want toen wilden ze ons ontbijt op de kamer serveren. Er was maar een tafel voor het ontbijt en daar zaten allemaal locals aan. Wij zijn toch gewoon daar aangeschoven en dat was ook prima voor iedereen. Na het ontbijt verder gereden en koffiegedronken in Podor, een aardige plaats waar ze de koopmanswoningen prachtig hebben opgeknapt en met een heel leuk hotel. Maar veel te duur voor ons (€75 voor een kamer). Dus wij hebben wild gekampeerd aan de rivier bij Donaye, ook mooi! Het is altijd heerlijk slapen tijdens onze reis, vrijwel altijd is het doodstil en hoor je alleen heel veel vogels, balkende ezels, mekkerende geiten en, als er ook christenen zijn, knorrende varkens. Het is altijd een gezellige beestenboel, die dieren zijn er gewoon altijd, zeker de geiten. Maar ook altijd op de weg! Dus is het goed opletten, ze steken zomaar over. Ook runderen. Het zijn de natuurlijke verkeersdrempels zeggen wij altijd 😉

Het is prachtig rijden zo langs de rivier en erg grappig om te bedenken dat we enkele weken daarvoor aan de andere kant van de rivier reden, in Mauritanië. We kwamen nog langs een bijzondere moskee, in Soedanese stijl. Nergens een toerist te bekennen, zo ook niet hier, maar het bijzondere is dat werkelijk niemand op of om kijkt van onze aanwezigheid in dit dorp. Lekker relaxed! Ook die dag wild gekampeerd, in het Foret de Bouki. Er zijn hier namelijk geen hotels of campings, dus je kan ook niet anders. Maar het bevalt ons ook prima, zo midden in de natuur steeds. En we zijn bijzonder blij met onze heerlijke buitendouche, gekoppeld aan de auto. Omdat we steeds in de middle of nowhere staan, kunnen we gewoon buiten ons poedeltje naakt staan te douchen, onder de prachtige sterrenhemel, niks heerlijkers dan dat! Af en toen komt er nog wel eens iemand langs, vaak op een ezelkar. Het gebeurde ook een keer dat een jongetje van een jaar of 10 met zijn ezelkar bij ons stopte tot onze verbazing. Want in tegenstelling tot Mauritanië, laten mensen je in Senegal altijd met rust.Maar het bleek dat wij precies op de plek stonden waar het jongetje veel hout kon sprokkelen, dus dat ging hij doen. Frank heeft hem toen maar meegeholpen. Dat leek hij ook normaal te vinden, grappig! Als we op 12 mei nog maar net zijn vertrokken, komen we midden in een grote drukte terecht. Ik vraag wat er aan de hand is. Er worden tv opnames gemaakt voor de nationale televisie van de problemen die vrouwen hebben met het bewerken van het land. Het grootste probleem is de enorme droogte. En irrigatie lukt ook niet wordt ons uitgelegd, maar helemaal begrijpen doen we het helaas niet. Volgens ons is de machine stuk en is er geen geld voor reparatie. De regering laat deze regio links liggen. Als ik zeg dat het niet zo fraai is dat de regering niks doet, zeggen ze dat de regering slaapt en moet worden wakker geschud. Dat hopen ze te bereiken met deze media-aandacht. Best een goed idee lijkt ons. De vrouwen gaan aan het werk en daar worden opnames van gemaakt. Ook wordt de voorzitter van de vrouwengroep geïnterviewd. De mannen begeleiden het wel allemaal, maar het is overduidelijk dat het zware werk door de vrouwen wordt gedaan. Zoals overal in Senegal (en in vele andere landen!). Alle (microkrediet-)projecten zijn altijd gericht op vrouwen, die projecten ‘doen’ de mannen dan. Het is ergens lachwekkend (maar eigenlijk juist triest). Projecten zijn er nooit op gericht om mannen aan het werk te krijgen. En die mannen zeggen ook allemaal dat het zo zwaar en moeilijk werk voor de vrouwen is. Maar een handje helpen komt niet in hen op… Past natuurlijk niet in de cultuur…We mogen bovenop de tv opnames staan. Het is een leuk en interessant gebeuren.

TV recordings Diammel, Matam region, 12 May 2018 from Frank van Doorn on Vimeo.

Daarna geluncht in Ouro Sogui. We hadden echt onze hoop op dit plaatsje gevestigd voor een gezellig lunchrestaurantje, maar er is hier werkelijk niks. Toch iets gevonden, zaten veel locals, the place to be zeg maar, al zou je er normaal echt hard aan voorbij rijden 😉 De man van het restaurant onthaalde ons met veel egards. Ik vroeg wat ze te eten hadden waarop hij me vroeg of ik het bord, waarop allerlei gerechten stonden, niet had gezien. Grappig, want dat had ik wel gezien, maar de ervaring heeft ons geleerd dat ze meestal hooguit een gerecht hebben van het menu hebben, of anders gewoon iets totaal anders, dus dat het weinig zin heeft om ‘op de kaart’, zo die er al is, te kijken. Maar deze keer dus nou net wel. We hadden dus ook nog keuze! Het smaakte best, een brochette van rundvlees, maar wij zouden het meer soepvlees vinden… De man van het restaurant bleek bij Neckermann gewerkt te hebben en dat kon je goed merken, hij was op Westerse wijze service-minded. Gekampeerd bij Semme, in de buurt van Bakel. Veel last van de wind gehad waardoor ons tentdoek hard klapperde. De volgende dag geluncht in Bakel in een verrassend goed hotel, met airco gelukkig. Want werkelijk, het is echt te warm, je snakt naar airco. Het voelt echt warmer dan in Mauritanië, daar stond vaak nog een beetje wind, zeker ’s avonds. Ook nog een fort bekeken daar die van de Fransen is geweest. En zoals je op de foto ziet, lag de was ernaast te drogen. Die was zie je hier altijd overal. Een kleurig gezicht! Mensen wassen zich echt suf, maar zien er dan ook vaak uit alsof ze net iets schoons hebben aangetrokken, nooit een vlekje (zelfs niet op spierwitte gewaden) of veegje. Onbegrijpelijk. Wij zijn altijd na een uur al vuil, dan zit er wel weer ergens een veeg of zand. We zouden ons minstens 3x op een dag moeten omkleden om er net zo netjes als de mensen hier te blijven uitzien. Verbleven in hotel Boundoun in Kirida en vervolgens weer een ‘bushcamp’ 20 km voor Tambacounda. Op 15 mei groot onderhoud aan Beerke laten doen in Tambacounda. Ondertussen luxe geluncht in Le Relais de Tamba. Dit hotel is van een Libanees/Senegalees koppel als we het goed begrepen hebben met door heel Senegal hotels, in sommige plaatsen wel drie. Het zijn nette hotels, maar karakterloos. Een soort Van de Valk zeg maar. In Tambacounda was ook een supermarkt waar we weer een en ander konden ‘inslaan’, zoals kaas. Toen in zuidelijke richting gereden en ca. 50 km verderop verbleven bij Campement Wassadou, dat heel mooi aan de rivier ligt en we tussen enorme bomen stonden, echt schitterend. Helaas met verplicht diner daar en zo werd het toch nog een duur verblijf (€30 voor kamperen en diner, ik weet het, alles is relatief 😉 Nog een tijdje bij de rivier gezeten, daar stonden wat zitjes ook, en nijlpaarden gespot in de rivier. Blijft leuk, wild zien. Er waren ook veel apen, deze keer geen brutale. De komende dagen verder zuidelijk gereden, we zijn in Bassari land. Zeer authentieke dorpjes overal, geweldig.

 

We genieten enorm van dit gebied, maar de warmte zit ons wel af en toe in de weg, want die is enorm, tegen de 50 graden. Wel een droge hitte gelukkig. Maar wat een wegen. Of liever gezegd, geen wegen. Het zijn meer karresporen soms.

Het is heftig rijden, maar je blijft je ogen uitkijken en ik vind het dan ook best dat het met een slakkegangetje gaat. Frank vindt het soms minder, want die moet zich vaak suf schakelen, krijgt er werkelijk een lam been van. Het is ook erg mooie omgeving, groen en heuvelachtig, heel anders dan de rest van Senegal, dat nogal vlak is en wel veel bomen heeft, maar niet erg groen aan doet. Het zijn ook vaak Baobabs en die zijn niet echt groen natuurlijk. Ook wel heel veel cashewnoot bomen, die zijn wel prachtig groen. Op 18 mei komen we aan bij Auberge Chez Gilbert in Salemata, vlakbij Ethiolo (op de kaart ten zuiden van Kédougou tegen de grens van Guinea), en daar gaan we het mooiste van onze hele reis tot nu toe meemaken! Ik had al wel gelezen dat in dit gebied in mei en juni (maar volgens de mensen daar alleen in mei) initiatierituelen plaatsvinden, maar had niet verwacht dat je die zo makkelijk zou kunnen bijwonen. Maar dat bleek dus wel te kunnen tot onze grote vreugde. Diezelfde avond nog en de volgende twee dagen zijn we getuige van enorm indrukwekkende rituelen! Het lijkt wel een toneelspel, maar het is puur authentiek, magisch gewoon. Je waant je in een film. In dit geval zeggen foto’s en filmpjes natuurlijk weer veel meer dan woorden, dus verwijs ik daar graag naar.

De eerste avond waren er nog twee of drie andere westerlingen, maar de twee daaropvolgende dagen als we weer teruggaan geen enkele. Dat wij erbij zijn en foto’s maken, is geen enkel probleem.

  

Ook nu kijken de meeste mensen nauwelijks op of om van onze aanwezigheid. Heel bizar. Kinderen vinden het heel leuk dus we hebben voortdurend gezelschap van de meest schattige kids.

   

Af en toe ook een praatje met deze of gene. Alles is heel gemoedelijk en erg relaxed. Ook de rituelen die we zien. Het dansen gaat in een soort trans. Dat dansen doen ze een volle week, achter elkaar door, met alleen af en toe een paar uur rust. Er gaat wel aardig wat palmwijn doorheen zien we 😉 Je vraagt je echt af hoe ze het volhouden in die hitte met ook nog die pakken aan. Ze lijken er echt plezier aan te beleven.

Initiation rituals Ethiolo 1 from Frank van Doorn on Vimeo.

Onderweg naar het dorp komen we veel mensen, voornamelijk (jonge) vrouwen tegen die met water sjouwen, steil omhoog, soms wel met 20 liter of meer, enkele kilometers, in die hitte, ongelooflijk. Dat water is nodig voor de dansers. Op een gegeven moment maakten ze een stopgebaar en werd gevraagd of wij het water wilden meenemen omhoog naar het dorp. Uiteraard! Altijd fijn om mensen te helpen. Daar waren ze erg blij mee. Initiatierituelen zijn een bijzondere vorm van overgangsrituelen en bewerkstelligen de geleidelijke overgang van de kindertijd naar de volwassenheid. Hiermee gaat een leerproces gepaard dat de inwijdeling tot een goed einde moet brengen. Na afsluiting van dit leerproces is de persoon een ingewijde en bezit de volheid van rechten en plichten in de groep, in dit geval van de volwassen mannen.

  

Er zijn meestal drie fasen te onderscheiden binnen het inwijdingsproces:

  • Afscheiding: het afscheid van de inwijdeling uit de universele gemeenschap (in dit geval van de pubers en deze afscheiding gebeurt bij de Bassari, evenals bij vele andere Afrikaanse gemeenschappen, in het ‘bois sacré’, het heilige bos; dit bos hebben wij ook gezien, en dat is heel bijzonder, want meestal mag je dat als buitenstaander niet zien, er mocht daar ook niet gestopt worden en al zeker geen foto’s gemaakt worden).
  • Marge: de kritische overgang van inwijdeling naar ingewijde.
  • Aansluiting: het verwelkomen van de ingewijde in de nieuwe gemeenschap.

   

De eerste avond waren de dansen het mooiste, het meest opzwepend. De volgende dag was het wat tammer, maar dat was ook overdag. Maar de derde dag kwamen de inwijdelingen allemaal langs in een lange rij, vanuit het heilige bos, dat was ook erg bijzonder om te zien. Hoofd gebogen, geheel zwijgend, somber (in onze ogen?) kijkend. Begeleid door ouderen die hen soms corrigeerden, de voetenstand ofzo. Beetje onbenullige correcties in onze ogen, maar het werd allemaal serieus opgevolgd. Het ging er echter allemaal heel ontspannen aan toen.

Initiation rituals Ethiolo 2 from Frank van Doorn on Vimeo.

We zijn ook nog met Etienne, een man van de camping, een wandeling door de omgeving gaan maken en toen door zijn geboortedorp, waar alleen nog wat restanten van stonden, gelegen op een heuvel met schitterend uitzicht, gelopen. Hij vond dat een geweldige plek, wees het huis aan van zijn oma (brokstukken dus) en ouders en zijn eigen kamer. Er stond ook een grote boom, dat vond hij prachtig. Hij zou op die plek wel een campement voor toeristen willen beginnen. Later gaan we naar het dorp waar hij ook nog gewoond heeft en maken we kennis met de ‘chef de village’, soort burgemeester. We leren dat die niet automatisch wordt opgevolgd door zijn zoon, de opvolger wordt door de dorpsoudsten gekozen en is misschien zelfs nu al bekend, maar geheim. Al vaker chefs de village ontmoet en het valt altijd op dat deze oude mannen er meestal erg armoedig bijlopen, in versleten, kapotte kleding. En ze zien er in onze ogen ook nooit erg waardig uit en gedragen zich ook verre van dat, eerder wat nederig, maar staan toch echt op een voetstuk in de gemeenschap. Wij zouden er zo aan voorbij lopen, misschien zelfs denkend, arme, oude man, hier heb je 1000 CFA (€1,50). Bij wijze van spreken dan, want we geven nooit zo maar geld. Ze zijn overigens ook niet de rijksten van het dorp. Rijkdom staat volledig los van hun gewichtigheid. Er lagen daar grote zakken met rijst en nog wat andere levensmiddelen. Die had het dorp van de regering gekregen vanwege de initiatierituelen. Ik vermoed de enige vorm van ondersteuning die ze krijgen, een soort zoethoudertje, want voor de rest is het duidelijk dat er nauwelijks of niet wordt geïnvesteerd in deze regio. De infrastructuur is echt belabberd, geen enkel asfalt, en scholen en ziekenhuizen zie je ook niet veel. We hadden in het pension (Chez Gilbert) een kamer, want kamperen was niet echt geen optie, omdat er geen enkele schaduwplek was. Maar die kamer was zo ontzettend warm ’s nachts (en overdag kon je er al helemaal niet zijn, maar ja, dan was je natuurlijk ook buiten), het voelde als een sauna vond ik, dat ik om 02:00 uur ben opgestaan en in Beerke ben gaan liggen. Daar kwam tenminste nog heel af en toe een zuchtje wind door ons muskietennet van de daktent. Dat voelde toch echt beter. Ik zet er maar weer eens een punt achter. Zo’n blog schrijven is leuk en frustrerend tegelijk. Leuk, omdat je alles weer herbeleeft, frustrerend omdat je nooit krijgt overgebracht wat je allemaal meemaakt en ervaart. Dat is gewoon veel te veel, dat kan je niet allemaal schrijven, dan zou deze blog tien keer zo lang worden. En ik weet heel goed dat het nu al erg uitvoerig is. Maar voor mijn gevoel is het slechts een fractie van alles wat we zien en beleven. En waar we vervolgens dan weer over nadenken, want iedere ervaring geeft weer stof tot reflectie en overpeinzingen. Mijn hoofd barst soms bijna uit elkaar van dit alles. Steeds nieuwe ervaringen, nieuwe inzichten, nieuwe beelden met vervolgens dus bezig zijn met interpretaties, regelmatig nazoekwerk (op internet), met duidingen en met beschouwingen. We vervelen ons werkelijk nooit een minuut.   En nee, we worden elkaar niet moe. Het zal wel heel bijzonder klinken, maar we vinden het heerlijk om voortdurend ‘bovenop’ elkaar te leven. Mooi voorbeeld: ik zat een keer op een beetje warme plek, Frank had daar echt last van de hitte. Ik zei dat hij dan stukje verderop moest gaan zitten, daar was het koeler. Toen zei hij: maar ik blijf liever bij jou zitten. Geweldig toch?! 😉

En ok, niet alles is altijd top. Heel soms word je een beetje moe van het gedoe met douchen (geen water, geen haken om iets op te hangen, dus waar laat je dan je kleding en handdoek), van de overal aanwezige viezigheid, van de enorme warmte.  Maar al het moois doet je dat kleine ongemak altijd weer vergeten. Totdat je het weer tegenkomt. Maar dat is dan maar zo even, dat het eigenlijk toch niet telt. Zeg maar 95% is magnifiek, 5% is niet fijn, maar ben je ook zo weer vergeten. Kortom: we leiden een schitterend leven en voelen ons zeer, zeer bevoorrecht. En we zijn dan ook best een wat verdrietig dit geweldige land/continent te gaan verlaten, gelukkig wel tijdelijk. Maar het voelt toch een beetje als thuis hier. Overmorgen zijn we weer terug in Breda. Er staat ons daar heel veel leuks en gezelligs te wachten, dus daar zien we ook wel weer erg naar uit en natuurlijk vooral ook om iedereen weer te zien. Maar wat zullen we Beerke, en alles wat daarbij hoort, missen! Tot snel lieve mensen!! Heel veel zin om jullie weer te zien!!

Comments

  1. Erna says:

    Mooie verhalen en belevenissen weer. Krijg een steeds beter beeld van jullie nieuwe leven… Goede reis lieverds en tot snel! X

  2. Anneke says:

    Wat geweldig dat jullie op deze manier van twee totaal verschillende werelden kunnen genieten.
    En dat ook volop doen. Er valt veel te leren uit jullie verhalen over de ervaringen. Tot overmorgen!

  3. adriaan van bladel says:

    Vandaag, na een weer heeel leuke lunch met Stina, jullie blog gelezen en genoten. Ik hoorde dingen die ik las en ik las dingen die ik hoorde. Subliem. Jullie wéten, ik gun je alle geluk van de wereld, waar dan ook ter wereld, maar ik vind het nu ook wel fijn dat jullie weer even hiér zijn. Heel veel liefs en geniet ook van ‘Breda’… xxxxx a

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.